Weinig mensen, veel beroemdheden. Zo lijkt de regel in IJsland. Meer nog, je komt ze op elke hoek van de straat tegen. Zo kwam Goggi Hólm van Sigur Rós tot driemaal toe een biertje bestellen bij mij, die ik hem voor een persoonlijke boodschap op een velletje papier maar al te graag inschonk. Ik zie hem, net als zijn medemuzikant Kjarri Sveinsson ook vaak op straat met de kinderwagen.
Vorige week zat ik nog een boekje te lezen in een koffiehuis, tot plots een vertrouwde stem, afkomstig van het tafeltje naast me, me deed opkijken. Björk Guðmundsdóttir zelve met dochtertje.
Wat het allemaal leuk en gezond maakt is dat niemand echt opkijkt wanneer ze plots opduiken, want volgende zondag zie je ze toch opnieuw bij de bakker. Anders loop je ze ook wel tegen het lijf, Jónsi en Alex bijvoorbeeld wonen toch op de hoek van mijn straat (letterlijk).
Een vriendin zat laatst bij de kapper naast een vrij formeel geklede man. Niet echt haar type, dus besteedde ze meer aandacht aan het tijdschrift dat ze las. Nadat de man vertrok zei de kapster dat de president wel erg goedgeluimd was die dag.
Mijn vaste helper in Babalú, Emily, speelt viool en kwam bij toeval in contact met Ólafur Arnalds. Dat resulteerde in een voorstel van hem om mee te gaan op wereldtournee van september tot december. Zonder auditie. Het zal je maar overkomen... En waar anders dan in IJsland?
donderdag 12 augustus 2010
dinsdag 10 augustus 2010
Zweet

Het voorbije weekend was er eentje met veel te doen. De jaarlijkse Reykjavík Gay Pride brak los, het weer zat mee en dat zorgde dus voor veel drukte op het werk. Ik ben heel blij aan te kondigen dat ik het eerste zwarte weekend van augustus zonder al te veel koffiegesmos overleefd heb. Over twee weken komt die tweede gevreesde hoogdag: Menningarnótt. Meteen ook mijn laatste weekend in café Babalú. Helaas niet meer doorspekt met de charmante glimlach van homofiel Reykjavík, maar in de plaats met een groter aandeel veeleisende ernst die veel IJslanders graag exuberant etaleren. Gelukkig hebben velen een meer kleurrijke etalage.
De tijd begint te korten voor ik huiswaarts trek begin september. Gisteren nog afscheid genomen van drie achterblijvers, waaronder helaas Kirsikka. Dit reduceert het aantal internationale vrienden op dit eiland tot een droevig klein maar dierbaar warm handjevol. Over twee weken stoppen Jenna en ik met werken en zien we nog zo veel mogelijk van het eiland voor we vertrekken.
Kálið er ekki sopið þó í ausuna sé komið...
zaterdag 31 juli 2010
Klapparstígur 11
Het zat er al heel lang aan te komen. Sinds enkele dagen ben ik definitief verhuist naar Klapparstígur, waar ik de rest van de tijd met Jenna in een heel gezellig appartementje zal doorbrengen.

Geen onbekende plek voor mij, en ik heb hier al heel wat verhalen meegemaakt sinds ik op dit eiland kwam. Geweldige, grappige maar ook minder aangename ervaringen.
Tijd om daar ons eigen verhaal aan toe te voegen.
Geen onbekende plek voor mij, en ik heb hier al heel wat verhalen meegemaakt sinds ik op dit eiland kwam. Geweldige, grappige maar ook minder aangename ervaringen.
Tijd om daar ons eigen verhaal aan toe te voegen.
woensdag 28 juli 2010
Heimsóknarhátiðin
In de reeks bezoekjes uit België waren Laurens en Pieter de volgende. Een korte en hevige passage in Reykjavík, waarna de heren nog een dikke week ronddoolden door de ongetemde natuur, om nog net op tijd terug te komen voor een klein festival aan het meer in Reykjavík, dat naast volledig uitgeregend ook heel sfeervol was. Vergezeld van een occasionele knappe reisgezel en een bescheiden wagen met een levensverhaal langer dan dat van tien doorsnee Belgische auto's bij elkaar. In elk geval kwamen ze met dozen vol legendarische verhalen terug naar Reykjavík voor ze naar huis vertrokken. Dat was absoluut te verwachten, maar je moet het ze maar nadoen. Een vitale kijk op IJsland, dat hopelijk ook veel indruk op hen maakte. Daaraan twijfel ik eigenlijk ook niet... De verhalen laat ik aan de hoofdrolspelers zelf om te vertellen, dat plezier kan ik hun niet ontnemen.

Een mooi bezoek, maar altijd weer even schrikken om opnieuw even het thuisfront te zien en je eigen vertrek te voelen naderen. Ik heb veel mooie dingen ervaren sinds ik hierheen kwam, en het zal pijn doen om er zo veel van te moeten achterlaten - misschien echter niet voorgoed. Naast mijn dagelijkse leventje hier waar ik zo aan gehecht ben was er in de bezoekweek van de twee collegenaars nog een nieuw smaakje aan mijn IJslandervaring, want ik gaf dit jaar training aan de IJslandse selectie voor de internationale wiskunde olympiade (IMO) waar hier maar liefst een volle maand aandacht aan besteed wordt. Ik zakte dus enkele dagen af naar de universiteit om het zeskoppige team te woord te staan. Lesgeven doe ik graag, en de IJslandse groep gaf er een exotisch smaakje aan dat heel verrassend en interessant bleek. Tof om te kunnen doen!

Een mooi bezoek, maar altijd weer even schrikken om opnieuw even het thuisfront te zien en je eigen vertrek te voelen naderen. Ik heb veel mooie dingen ervaren sinds ik hierheen kwam, en het zal pijn doen om er zo veel van te moeten achterlaten - misschien echter niet voorgoed. Naast mijn dagelijkse leventje hier waar ik zo aan gehecht ben was er in de bezoekweek van de twee collegenaars nog een nieuw smaakje aan mijn IJslandervaring, want ik gaf dit jaar training aan de IJslandse selectie voor de internationale wiskunde olympiade (IMO) waar hier maar liefst een volle maand aandacht aan besteed wordt. Ik zakte dus enkele dagen af naar de universiteit om het zeskoppige team te woord te staan. Lesgeven doe ik graag, en de IJslandse groep gaf er een exotisch smaakje aan dat heel verrassend en interessant bleek. Tof om te kunnen doen!
maandag 26 juli 2010
Fjölskyldusambandstilfinningar
Begin juni begonnen de nachten hun eigen bestaan in twijfel te trekken, brak het zomerleven aan en begonnen de toeristen toe te stromen. Zo ook een groep die ik graag zag komen. Mijn ouders, vergezeld van een collectie nonkels en tantes bestaande uit één Jan, twee Maria's en een Ludo.

Na een kort bezoek aan Reykjavík een een deugddoende bijbabbel werd er al gauw afgereisd uit de voor IJsland zo atypische hoofdstad, richting wat meer wilde natuur. Vreemd genoeg heb ik zelf bij al mijn rondreizen de meest populaire attractie gemist. Heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de Gullni Hringurinn door iedereen al enkele keren gedaan was. Zelf steeds overgeslagen, dus greep ik mijn kans en ging ik twee dagen mee met de hele groep.

Het deed deugd om nog eens in levende lijve te kunnen bijpraten en te horen over hoe het thuis is. Dat dat kon in Þingvellir, Geysir en bij Gullfoss was heel mooi meegenomen. De eerste dag dan uiteindelijk eens op de meest bekende plekken van IJsland gekomen, en ondanks wat ik van veel mensen hoorde op voorhand vond ik het wel erg de moeite. Er zijn charmantere plaatsen, zeker, maar dit was toch wel de moeite.

De volgende dag dan iets vertrouwder terrein, langs Skálholt en zijn fantastische uitzicht, over de uitgestrekte en kale lavavelden naast de Hekla richting Hella. Hele mooie en gevarieerde omgeving, die ondertussen van muggen vergeven is. De hardgekookte reiziger die ze kan negeren zal het landschap echter zeker kunnen bekoren.

In Hella stapte ik af om een bezoek te brengen aan Heleri, en zette de familie hun reis voort langs het prachtige zuiden. Na een bezoekje aan Heleri en een snelle indruk van Hella keerde ik al gauw (op mijn duim) terug naar Reykjavík. Interessante mensen die me meenamen, en tegen de avond was ik dan terug in mijn dierbare stad. Na nog even te passeren in de hoofdstad kwam er een einde aan het familiebezoek van de hele bende. Maar nog niet aan de reeks bezoekjes uit België...

Na een kort bezoek aan Reykjavík een een deugddoende bijbabbel werd er al gauw afgereisd uit de voor IJsland zo atypische hoofdstad, richting wat meer wilde natuur. Vreemd genoeg heb ik zelf bij al mijn rondreizen de meest populaire attractie gemist. Heeft er waarschijnlijk mee te maken dat de Gullni Hringurinn door iedereen al enkele keren gedaan was. Zelf steeds overgeslagen, dus greep ik mijn kans en ging ik twee dagen mee met de hele groep.

Het deed deugd om nog eens in levende lijve te kunnen bijpraten en te horen over hoe het thuis is. Dat dat kon in Þingvellir, Geysir en bij Gullfoss was heel mooi meegenomen. De eerste dag dan uiteindelijk eens op de meest bekende plekken van IJsland gekomen, en ondanks wat ik van veel mensen hoorde op voorhand vond ik het wel erg de moeite. Er zijn charmantere plaatsen, zeker, maar dit was toch wel de moeite.

De volgende dag dan iets vertrouwder terrein, langs Skálholt en zijn fantastische uitzicht, over de uitgestrekte en kale lavavelden naast de Hekla richting Hella. Hele mooie en gevarieerde omgeving, die ondertussen van muggen vergeven is. De hardgekookte reiziger die ze kan negeren zal het landschap echter zeker kunnen bekoren.

In Hella stapte ik af om een bezoek te brengen aan Heleri, en zette de familie hun reis voort langs het prachtige zuiden. Na een bezoekje aan Heleri en een snelle indruk van Hella keerde ik al gauw (op mijn duim) terug naar Reykjavík. Interessante mensen die me meenamen, en tegen de avond was ik dan terug in mijn dierbare stad. Na nog even te passeren in de hoofdstad kwam er een einde aan het familiebezoek van de hele bende. Maar nog niet aan de reeks bezoekjes uit België...
woensdag 21 juli 2010
Aldrei fór ég suður
Ondertussen is de zomer, met een volledig nieuw leven erbij, in volle gang. Een mens raakt in een ander ritme en vergeet daarbij af en toe al eens het bestaan van deze blog. Genoeg verhalen te vertellen, waarvan de meesten nooit neergeschreven zullen worden. Nu Jenna een week in Finland zit, kom ik enkele dagen mijmeren in het gehucht Hella waar Heleri werkt, middenin de uitgestrekte natuur. Onder het dreigende oog van de machtige Hekla, langsheen de inmiddels befaamde Eyjafjallajökull, heb ik hier een heel bezinnende ervaring op deze charmante plek. Daarover later meer. Ik kom even binnen om wat mensen om me heen te hebben en pik mijn blog nog eens op, waar ik daarnet weer even aan moest denken. Een verhaal uit de oude doos deze keer.

Begin april kreeg ik nog eens Belgisch bezoek, toen Bert, Erik en Stijn nog net op tijd naar IJsland kwamen, net voor de vulkaanproblemen. Hoewel ik al vrij vaak richting zuiden afgezakt was, waren er nog vele dingen te ontdekken, en dat hebben we samen kunnen doen. Een driedaagse door het toen nog vaak mistige en regenachtige zuiden, met een gehuurde jeep, als slotstuk van de week die mijn bezoekers hier in IJsland doorbrachten.

Vanuit het zonnige Reykjavík voerde de weg ons langs de nog deels in sneeuw gehulde landschappen. Seljalandsfoss, de wachter van de poort naar de rijke en mystieke lentestemming van het zuiden maakt steeds indruk, en in dit geval maakte het ons ook overmoedig om de weg naar Þórsmörk uit te proberen. Kale en onherbergzame vlakten strekken zich uit aan weerszijden van de weg, en rivieren vormen geen obstakel voor de stoutmoedige wil van stuurman Stijn. De weg voert ons onder de kale en volle stemklanken van Steindór Andersen langs adembenemende landschappen, een gletsjermeer en uiteindelijk een verborgen nis net voor Þórsmörk, waar de weg slechter wordt en we terugkeren.

Indrukwekkende natuurverschijnselen wisselen elkaar af in het land van vuur en ijs, en in enkele dagen tijd verdrinken we in de indrukken die het zuiden zo karakteriseren. Te veel dingen om allemaal op te noemen en recht aan te doen, maar de hele sfeer was gedrenkt in de mystiek van het nog mistige en regenachtige seizoen, wat de sfeer onvergetelijk maakt. De mystiek bereikt een hoogtepunt in de baai nabij Vík, met prachtige zonsondergang, en in het fascinerende en verlaten gletsjermeer Jökulsárlón.

Met bezoek word je nog eens herinnerd aan je wortels en je leven thuis, hoor je verhalen en spreek je nog eens je moedertaal, wat niet altijd meer even vlot gaat. Voor mij nog een ervaring van wat ik al eerder had gemerkt; na een tijdje de mensen en de bezigheden uit Reykjavík te ontvluchten, merk ik dat ik erg gehecht ben aan mijn leven daar, en heel graag terugkeer naar wat ik hier zover heb opgebouwd. Natuurlijk stond dat niet in de weg om een heel leuke driedaagse te hebben met de Belgen, waar ik absoluut enorm van genoten heb.

Binnenkort tracht ik nog wat meer korte verhalen te vertellen, want er gebeurt meer dan ooit, en de ervaringen worden enkel intenser. De zon lonkt nu, en een wandeling langsheen de rivier in het zomerse natuurschoon van de omgeving van Hella kan ik niet weerstaan.
Begin april kreeg ik nog eens Belgisch bezoek, toen Bert, Erik en Stijn nog net op tijd naar IJsland kwamen, net voor de vulkaanproblemen. Hoewel ik al vrij vaak richting zuiden afgezakt was, waren er nog vele dingen te ontdekken, en dat hebben we samen kunnen doen. Een driedaagse door het toen nog vaak mistige en regenachtige zuiden, met een gehuurde jeep, als slotstuk van de week die mijn bezoekers hier in IJsland doorbrachten.
Vanuit het zonnige Reykjavík voerde de weg ons langs de nog deels in sneeuw gehulde landschappen. Seljalandsfoss, de wachter van de poort naar de rijke en mystieke lentestemming van het zuiden maakt steeds indruk, en in dit geval maakte het ons ook overmoedig om de weg naar Þórsmörk uit te proberen. Kale en onherbergzame vlakten strekken zich uit aan weerszijden van de weg, en rivieren vormen geen obstakel voor de stoutmoedige wil van stuurman Stijn. De weg voert ons onder de kale en volle stemklanken van Steindór Andersen langs adembenemende landschappen, een gletsjermeer en uiteindelijk een verborgen nis net voor Þórsmörk, waar de weg slechter wordt en we terugkeren.
Indrukwekkende natuurverschijnselen wisselen elkaar af in het land van vuur en ijs, en in enkele dagen tijd verdrinken we in de indrukken die het zuiden zo karakteriseren. Te veel dingen om allemaal op te noemen en recht aan te doen, maar de hele sfeer was gedrenkt in de mystiek van het nog mistige en regenachtige seizoen, wat de sfeer onvergetelijk maakt. De mystiek bereikt een hoogtepunt in de baai nabij Vík, met prachtige zonsondergang, en in het fascinerende en verlaten gletsjermeer Jökulsárlón.
Met bezoek word je nog eens herinnerd aan je wortels en je leven thuis, hoor je verhalen en spreek je nog eens je moedertaal, wat niet altijd meer even vlot gaat. Voor mij nog een ervaring van wat ik al eerder had gemerkt; na een tijdje de mensen en de bezigheden uit Reykjavík te ontvluchten, merk ik dat ik erg gehecht ben aan mijn leven daar, en heel graag terugkeer naar wat ik hier zover heb opgebouwd. Natuurlijk stond dat niet in de weg om een heel leuke driedaagse te hebben met de Belgen, waar ik absoluut enorm van genoten heb.
Binnenkort tracht ik nog wat meer korte verhalen te vertellen, want er gebeurt meer dan ooit, en de ervaringen worden enkel intenser. De zon lonkt nu, en een wandeling langsheen de rivier in het zomerse natuurschoon van de omgeving van Hella kan ik niet weerstaan.
zaterdag 5 juni 2010
Duister Reykjavík
Als ik ooit al geloofd zou hebben dat symboliek voorbehouden was voor sprookjes zou dat nu definitief weerlegd zijn. De voorbije dagen zijn in meerdere opzichten een overgang, met als climax het vertrek van Iiris een uur geleden. Mijn persoonlijke sluitsteen van de winter en mijn Erasmuservaring, overgegaan in een nieuw leven dat nu begint, en dat ik zal delen met mijn werk, met Jenna, met het handjevol dichte vrienden die blijven in de stad die me vertedert. Een overgang doorspekt van ongelofelijke toevalligheden en symboliek, die geen schrijver kan neerpennen zonder overdreven over te komen. Ik zal niet proberen.

Gisteren bracht Reykjavík een mooie vooravond die het afscheid waardig was en theatraal mijn persoonlijke laatste winterdag zwart kleurde. Dat valt best letterlijk te interpreteren, want de inmiddels zo internationaal befaamde aswolk, of toch een deel ervan, daalde gisteren over de stad neer. Mijn uren in Babalú werden vrij stoffig, met tien maal zoveel stof in de lucht dan de gezondheidsdrempel als kritiek bestempelt. Een vreemd en duister decor in de stad, met een drukkende warmte die het vulkaansfeertje nog wat accentueerde. We hebben het overleefd, met knarsende tanden en prikkende ogen weliswaar. Vandaag valt het niet meer direct te merken, hoewel de concentratie as in de lucht nog vrij hoog is.
Door de vele werkuren komt het er niet altijd van om nog eens een verhaaltje te vertellen hier, en gezien ik stevig familiebezoek krijg morgen toch nog even een berichtje nu, het volgende kan nog even op zich laten wachten.

Gisteren bracht Reykjavík een mooie vooravond die het afscheid waardig was en theatraal mijn persoonlijke laatste winterdag zwart kleurde. Dat valt best letterlijk te interpreteren, want de inmiddels zo internationaal befaamde aswolk, of toch een deel ervan, daalde gisteren over de stad neer. Mijn uren in Babalú werden vrij stoffig, met tien maal zoveel stof in de lucht dan de gezondheidsdrempel als kritiek bestempelt. Een vreemd en duister decor in de stad, met een drukkende warmte die het vulkaansfeertje nog wat accentueerde. We hebben het overleefd, met knarsende tanden en prikkende ogen weliswaar. Vandaag valt het niet meer direct te merken, hoewel de concentratie as in de lucht nog vrij hoog is.
Door de vele werkuren komt het er niet altijd van om nog eens een verhaaltje te vertellen hier, en gezien ik stevig familiebezoek krijg morgen toch nog even een berichtje nu, het volgende kan nog even op zich laten wachten.
vrijdag 28 mei 2010
Walviskijken
Werkgevers doen wel eens vreemde dingen, en zo ook het hotel waar Heleri deze zomer zal werken. Twee gratis tickets in de zak voor een bij toeristen heel populaire attractie: Walviskijken.

Met ons twee dan maar een dag vol hilariteit met als kers op de taart een boottocht net uit de baai van Reykjavík, in de hoop een walvis te zien. Het begon leuk met enkele papegaaiduikers die ons de hele tocht niet in de steek lieten. Enkele dolfijnen en een dwergvinvis later stonden we terug op vaste bodem, en het werd nog een schitterende dag in de zon die hier al een week voor zomers weer zorgt.
Ondertussen zijn al mijn examens achter de rug, op mijn project na. Mijn job neemt vaste vorm aan en morgen is mijn solo-vuurdoop waarbij ze me een hele avond alleen laten met het koffiehuis.

Het dagelijkse leven gaat zijn gangetje met mijn projectwerk, koffiewerk, en daarnaast mijn vele andere nieuwe bezigheden. Zo heb ik me zopas op het breien gestort, wat een heel rustgevende bezigheid is en hier alomtegenwoordig is in IJsland. Ik val dus allerminst uit de toon. Ook heb ik al een hele tijd een heel goeie reden om Fins te leren, en daar ben ik deze week dan toch maar eens aan begonnen. Dit naast alle courante bezigheden zorgt ervoor dat ik in de zomer zeker zal weten wat doen. Het belooft een warme zomer te worden met de zon die verrassend aanwezig is, en enkele heel warme mensen waar ik het liefst nog veel langer dan enkel deze zomer mee zou doorbrengen.
Met ons twee dan maar een dag vol hilariteit met als kers op de taart een boottocht net uit de baai van Reykjavík, in de hoop een walvis te zien. Het begon leuk met enkele papegaaiduikers die ons de hele tocht niet in de steek lieten. Enkele dolfijnen en een dwergvinvis later stonden we terug op vaste bodem, en het werd nog een schitterende dag in de zon die hier al een week voor zomers weer zorgt.
Ondertussen zijn al mijn examens achter de rug, op mijn project na. Mijn job neemt vaste vorm aan en morgen is mijn solo-vuurdoop waarbij ze me een hele avond alleen laten met het koffiehuis.
Het dagelijkse leven gaat zijn gangetje met mijn projectwerk, koffiewerk, en daarnaast mijn vele andere nieuwe bezigheden. Zo heb ik me zopas op het breien gestort, wat een heel rustgevende bezigheid is en hier alomtegenwoordig is in IJsland. Ik val dus allerminst uit de toon. Ook heb ik al een hele tijd een heel goeie reden om Fins te leren, en daar ben ik deze week dan toch maar eens aan begonnen. Dit naast alle courante bezigheden zorgt ervoor dat ik in de zomer zeker zal weten wat doen. Het belooft een warme zomer te worden met de zon die verrassend aanwezig is, en enkele heel warme mensen waar ik het liefst nog veel langer dan enkel deze zomer mee zou doorbrengen.
dinsdag 18 mei 2010
Úlfljótsvatn
Begin maart hadden we via een vriend die voor de stad Reykjavík werkt de kans om met een tiental mensen richting Úlfjólsvatn te trekken, een uitloper van het gigantische meer Þingvallavatn. Mensen die voor de stad werken hebben het privilege om zeer goedkoop zomerhuisjes te huren in het laagseizoen, en dus werd het een welverzorgd weekend in een prachtige omgeving.

Het weer was meestal mistig en regenachtig, wat aan het desolate landschap nog een extra mysterieus tintje gaf. Het landschap was nog grotendeels met sneeuw overdekt, dus hadden we de gelegenheid om een traditioneel Finse opfrissing te nemen wanneer we 's avonds uit het warme buitenbad kwamen. In de sneeuw rollen schijnt goed te zijn voor de bloedsomloop.

Hoewel ik maar de helft van de groep kende voor het weekend begon, bleek het al snel heel goed te klikken. Heleri is waarschijnlijk een van mijn meest dierbare vriendinnen geworden hier in Reykjavík. Ik zie haar heel vaak en met haar ben ik ook voor het eerst uitsluitend IJslands beginnen spreken. Haar huisgenoten, die ook op het weekend waren, blijven hier deze zomer, net als mij, dus we gaan waarschijnlijk nog veel tijd samen tegemoet.
Het weer was meestal mistig en regenachtig, wat aan het desolate landschap nog een extra mysterieus tintje gaf. Het landschap was nog grotendeels met sneeuw overdekt, dus hadden we de gelegenheid om een traditioneel Finse opfrissing te nemen wanneer we 's avonds uit het warme buitenbad kwamen. In de sneeuw rollen schijnt goed te zijn voor de bloedsomloop.
Hoewel ik maar de helft van de groep kende voor het weekend begon, bleek het al snel heel goed te klikken. Heleri is waarschijnlijk een van mijn meest dierbare vriendinnen geworden hier in Reykjavík. Ik zie haar heel vaak en met haar ben ik ook voor het eerst uitsluitend IJslands beginnen spreken. Haar huisgenoten, die ook op het weekend waren, blijven hier deze zomer, net als mij, dus we gaan waarschijnlijk nog veel tijd samen tegemoet.
zondag 16 mei 2010
Fjallganga
Soms zijn mijn berichtjes hier misschien wat enigmatisch, dus vandaar moet ik allicht af en toe eens een klein verhaaltje achterlaten.

Toen Lien hier op bezoek was ontmoetten we op een trektocht langs de kust een oudere IJslandse dame die me sindsdien af en toe eens onder de vleugels neemt. Vanmorgen trokken we er met ons twee al vroeg op uit voor een korte wandeling doorheen een absoluut verwoest landschap, over de scheiding tussen beide continentale platen, richting een kleine vulkaan die 5000 jaar geleden voor wat opschudding zorgde.
Margrét is een bijzonder lieve vrouw. Ze loopt tegen haar pensioen aan, wat ze jammer vindt, want ze houdt van de kinderen aan wie ze IJslands en biologie geeft. Daarnaast zal ze wat meer tijd hebben om met haar kleinkinderen door te brengen, en natuurlijk om bergen te beklimmen. Ze is goed op leeftijd, maar klautert flink bergen op of trekt doorheen het land, bijna elke vrije dag die ze heeft. Bovendien een ongelofelijk begeesterde verhalenverteller, zo bleek ook vandaag. Ons pad kronkelde zich rond oude plekken waar vroeger boeren hun schapen hoedden, en grotten die ingericht werden als overnachtingsplek voor doorreizende ruiters. Bij elke plek kende ze de verhalen, en de oude nationale legendes (Þjóðsögur), die ze met genot deelde met mij. Hele lieve vrouw die het allerbeste met me voorheeft. Waarom ze dit allemaal doet voor mij? Geen idee. Maar vast staat dat haar nationale trots die mij het mooiste van het land wil laten zien een duwtje in de rug geeft.
Toen Lien hier op bezoek was ontmoetten we op een trektocht langs de kust een oudere IJslandse dame die me sindsdien af en toe eens onder de vleugels neemt. Vanmorgen trokken we er met ons twee al vroeg op uit voor een korte wandeling doorheen een absoluut verwoest landschap, over de scheiding tussen beide continentale platen, richting een kleine vulkaan die 5000 jaar geleden voor wat opschudding zorgde.
Margrét is een bijzonder lieve vrouw. Ze loopt tegen haar pensioen aan, wat ze jammer vindt, want ze houdt van de kinderen aan wie ze IJslands en biologie geeft. Daarnaast zal ze wat meer tijd hebben om met haar kleinkinderen door te brengen, en natuurlijk om bergen te beklimmen. Ze is goed op leeftijd, maar klautert flink bergen op of trekt doorheen het land, bijna elke vrije dag die ze heeft. Bovendien een ongelofelijk begeesterde verhalenverteller, zo bleek ook vandaag. Ons pad kronkelde zich rond oude plekken waar vroeger boeren hun schapen hoedden, en grotten die ingericht werden als overnachtingsplek voor doorreizende ruiters. Bij elke plek kende ze de verhalen, en de oude nationale legendes (Þjóðsögur), die ze met genot deelde met mij. Hele lieve vrouw die het allerbeste met me voorheeft. Waarom ze dit allemaal doet voor mij? Geen idee. Maar vast staat dat haar nationale trots die mij het mooiste van het land wil laten zien een duwtje in de rug geeft.
vrijdag 14 mei 2010
Koffie
De zomerknoop is ontward.
Na lange deliberatie besloten Heleri en ikzelf allebei dat we de job in het noorden niet nemen. Te veel mysterie en veel te riskant als het niet absoluut geweldig blijkt. De isolatie zou zich wel eens tegen ons kunnen keren als de baas inderdaad niet zo aangenaam is om mee te werken. Bovendien niet de meest ideale gelegenheid om mijn IJslands tot een zo hoog mogelijk niveau te brengen, maar dan het voornaamste argument: Niet iedereen is weg uit Reykjavík, en ik hou erg veel van sommige mensen die nog blijven. Ook al kan je ze op twee handen tellen.

Onmiddellijk na de telefoon om onze job af te zeggen trok ik eergisterenavond naar Babalú, een van de meest populaire en gezellige koffiehuizen in Reykjavík. Vreemd ben ik daar allerminst voor de uitbaters, en ik kon zowaar gisteren beginnen met proefdraaien. Het was geweldig om doen, en het ziet er naar uit dat ik deze zomer deeltijds een koffiehuis zal openhouden. Geweldige plek, veel contact met de enorm sympatieke klanten, en heel gezellige werkomstandigheden. Tot eind augustus probeer ik de onverzadigbare koffiedorst te lessen van de IJslanders, met de glimlach. Een vlotte IJslandse babbel kan ik ondertussen wel zonder teveel kleerscheuren over de toog werpen, en dat beviel de eigenaar wel.

Hoewel de zomerplannen vorm krijgen en alles er heel goed uit ziet, is alles doorspekt van weemoed. Morgen vertrek Christine, een voorbode voor het vertrek van heel veel vrienden. Ik heb de meest fantastische tijd gehad in dit huis en met deze mensen. Soms is het moeilijk om alles te overzien wat ik zover al meemaakte, en zeker deze week is heel erg turbulent en intens geweest. De meest aangrijpende en indrukwekkende dingen zijn vaak niet blogbaar...
Na lange deliberatie besloten Heleri en ikzelf allebei dat we de job in het noorden niet nemen. Te veel mysterie en veel te riskant als het niet absoluut geweldig blijkt. De isolatie zou zich wel eens tegen ons kunnen keren als de baas inderdaad niet zo aangenaam is om mee te werken. Bovendien niet de meest ideale gelegenheid om mijn IJslands tot een zo hoog mogelijk niveau te brengen, maar dan het voornaamste argument: Niet iedereen is weg uit Reykjavík, en ik hou erg veel van sommige mensen die nog blijven. Ook al kan je ze op twee handen tellen.
Onmiddellijk na de telefoon om onze job af te zeggen trok ik eergisterenavond naar Babalú, een van de meest populaire en gezellige koffiehuizen in Reykjavík. Vreemd ben ik daar allerminst voor de uitbaters, en ik kon zowaar gisteren beginnen met proefdraaien. Het was geweldig om doen, en het ziet er naar uit dat ik deze zomer deeltijds een koffiehuis zal openhouden. Geweldige plek, veel contact met de enorm sympatieke klanten, en heel gezellige werkomstandigheden. Tot eind augustus probeer ik de onverzadigbare koffiedorst te lessen van de IJslanders, met de glimlach. Een vlotte IJslandse babbel kan ik ondertussen wel zonder teveel kleerscheuren over de toog werpen, en dat beviel de eigenaar wel.
Hoewel de zomerplannen vorm krijgen en alles er heel goed uit ziet, is alles doorspekt van weemoed. Morgen vertrek Christine, een voorbode voor het vertrek van heel veel vrienden. Ik heb de meest fantastische tijd gehad in dit huis en met deze mensen. Soms is het moeilijk om alles te overzien wat ik zover al meemaakte, en zeker deze week is heel erg turbulent en intens geweest. De meest aangrijpende en indrukwekkende dingen zijn vaak niet blogbaar...
donderdag 6 mei 2010
Tussentijdse mijmeringen
De zomer brengt bitter weinig zon en warmte mee, maar des te meer dingen om over na te denken.

Vooreerst een hoop uitdagende vakken te verwerken. Stuk voor stuk interessant gelukkig, maar wel behoorlijk opslorpend wat tijd betreft. De examens zijn ondertussen bezig, en het eerste is al achter de rug. Genoeg te doen, wat zorgt voor sloten koffie en weinig blogsgewijs spannende dagen.
Daarnaast een trieste periode, waarin ik afscheid moet nemen van veel mensen die al vroeg terug naar hun eigen land trekken. In het geval van mijn huisgenoten in het bijzonder, want ik kan zonder twijfel terugblikken op een van mijn mooiste periodes hier met hun. Zonder weg te kwijnen in een hoekje valt me dat toch wat zwaar en ik zal het erg missen. Blij dat ik hier terecht kwam.

Tenslotte roept al dat gesnotter om een nieuwe uitdaging die ik deze zomer kan aangaan. Wat dat wordt is nog niet duidelijk. Mijn pogingen om een zomerjob op de kop te tikken in IJsland lijken te werken. Vlak na mijn vorige examen trok ik samen met de Estse Heleri richting noorden, voor een dag rondkijken op een boerderij die onderdak en paardenritjes aanbiedt aan de talrijke toeristen in de zomer. Na een tijdje aan de tand gevoeld te zijn werd alvast met de knipoog verteld dat we waarschijnlijk allebei aangenomen zijn. Dat zou de hele zomer opslorpen, maar naast het harde werken ook wonderen doen voor mijn IJslands en een bijzonder sterke ervaring kunnen zijn.
Brekkulækur ligt volledig verloren in IJsland. Waar de enige buur je eigen broer is, waar de communicatie afgesneden wordt door een gebrek aan ontvangst, en waar je een halfuur moet rijden om een winkel te vinden in het naburige Hvammstangi, 600 koppen rijk. Uitgerekend dáár, een plek waar Kubrick 'The Shining' nog spannender had kunnen maken, zou mijn zomer zich kunnen afspelen, werkend in een hostel. Grijp ik de kans, of heb ik andere plannen?
Tenslotte een warme dankjewel aan iedereen die hier berichtjes achterlaat. Dat doet me telkens heel veel deugd, en ik lees ze regelmatig nog eens allemaal na, dus blijf dat vooral doen! Binnenkort kom ik terug met nog wat beloofde gedateerde verhaaltjes, als ik ooit de tijd vind.
Vooreerst een hoop uitdagende vakken te verwerken. Stuk voor stuk interessant gelukkig, maar wel behoorlijk opslorpend wat tijd betreft. De examens zijn ondertussen bezig, en het eerste is al achter de rug. Genoeg te doen, wat zorgt voor sloten koffie en weinig blogsgewijs spannende dagen.
Daarnaast een trieste periode, waarin ik afscheid moet nemen van veel mensen die al vroeg terug naar hun eigen land trekken. In het geval van mijn huisgenoten in het bijzonder, want ik kan zonder twijfel terugblikken op een van mijn mooiste periodes hier met hun. Zonder weg te kwijnen in een hoekje valt me dat toch wat zwaar en ik zal het erg missen. Blij dat ik hier terecht kwam.
Tenslotte roept al dat gesnotter om een nieuwe uitdaging die ik deze zomer kan aangaan. Wat dat wordt is nog niet duidelijk. Mijn pogingen om een zomerjob op de kop te tikken in IJsland lijken te werken. Vlak na mijn vorige examen trok ik samen met de Estse Heleri richting noorden, voor een dag rondkijken op een boerderij die onderdak en paardenritjes aanbiedt aan de talrijke toeristen in de zomer. Na een tijdje aan de tand gevoeld te zijn werd alvast met de knipoog verteld dat we waarschijnlijk allebei aangenomen zijn. Dat zou de hele zomer opslorpen, maar naast het harde werken ook wonderen doen voor mijn IJslands en een bijzonder sterke ervaring kunnen zijn.
Brekkulækur ligt volledig verloren in IJsland. Waar de enige buur je eigen broer is, waar de communicatie afgesneden wordt door een gebrek aan ontvangst, en waar je een halfuur moet rijden om een winkel te vinden in het naburige Hvammstangi, 600 koppen rijk. Uitgerekend dáár, een plek waar Kubrick 'The Shining' nog spannender had kunnen maken, zou mijn zomer zich kunnen afspelen, werkend in een hostel. Grijp ik de kans, of heb ik andere plannen?
Tenslotte een warme dankjewel aan iedereen die hier berichtjes achterlaat. Dat doet me telkens heel veel deugd, en ik lees ze regelmatig nog eens allemaal na, dus blijf dat vooral doen! Binnenkort kom ik terug met nog wat beloofde gedateerde verhaaltjes, als ik ooit de tijd vind.
vrijdag 23 april 2010
Gleðilegt sumar!
Het jaar vordert zo stilaan, en ondertussen zijn de nachten hier al behoorlijk kort. Hoog tijd dus om de zomer te laten beginnen, en zo was gisteren zowaar een officiële feestdag die men, misschien wat voorbarig, de eerste zomerdag noemt. Veel te doen in de stad, en in het aangenaam heldere weer genoten we van een zonnetje, weliswaar gepaard gaande met temperaturen rond het vriespunt.

Maar een man is pas een man als hij zelfs dan nog zijn barbeque laat doorgaan. Dit in het achterhoofd houdend omarmden de 10 huisgenoten van Njarðargata 37 het zonnetje met een onvergetelijk staal vlees, klaargemaakt op een barbeque die ik de dag ervoor nog, hakkelend in mijn beste IJslands, van onze bebaarde buurman uit kon lenen. De zomer is nu onherroepelijk van start gegaan.
Hoog tijd eens om wat meer winterbelevenissen op mijn blog te zetten waar ik tot nog toe te lui voor was. Het zal steeds een tipje van de IJsberg blijven, maar hoe meer dingen ik post, hoe minder ik er zelf zal vergeten.
Nu de zomervakantie met rasse schreden nadert probeer ik me te concentreren op mijn cursussen, die verbazingwekkend zwaar uitvallen. De examens zijn hier volop bezig. Toch probeer ik hier en daar mijn zomer al wat vast te leggen, want nu ik een mondje IJslands begin te spreken en meer mensen leer kennen zou ik liefst nog wat langer blijven. Met een goeie zomerjob, wat geluk en minder Erasmusstudenten om me heen zou dat wel nog eens een heel andere ervaring kunnen worden. Beter of slechter, dat valt af te wachten.
Maar een man is pas een man als hij zelfs dan nog zijn barbeque laat doorgaan. Dit in het achterhoofd houdend omarmden de 10 huisgenoten van Njarðargata 37 het zonnetje met een onvergetelijk staal vlees, klaargemaakt op een barbeque die ik de dag ervoor nog, hakkelend in mijn beste IJslands, van onze bebaarde buurman uit kon lenen. De zomer is nu onherroepelijk van start gegaan.
Hoog tijd eens om wat meer winterbelevenissen op mijn blog te zetten waar ik tot nog toe te lui voor was. Het zal steeds een tipje van de IJsberg blijven, maar hoe meer dingen ik post, hoe minder ik er zelf zal vergeten.
Nu de zomervakantie met rasse schreden nadert probeer ik me te concentreren op mijn cursussen, die verbazingwekkend zwaar uitvallen. De examens zijn hier volop bezig. Toch probeer ik hier en daar mijn zomer al wat vast te leggen, want nu ik een mondje IJslands begin te spreken en meer mensen leer kennen zou ik liefst nog wat langer blijven. Met een goeie zomerjob, wat geluk en minder Erasmusstudenten om me heen zou dat wel nog eens een heel andere ervaring kunnen worden. Beter of slechter, dat valt af te wachten.
dinsdag 20 april 2010
Het liep wat uit de hand...
Nu IJsland zo veel wind vangt in de Vlaamse pers kan ik er toch ook niet in achterblijven, dus even kort bericht uit Reykjavík. Na de vele sympatieke bezorgde berichtjes van deze week zo geruststellend te beantwoorden, is het nu maar te hopen dat de situatie inderdaad zo geruststellend is...
Foto: Morgunblaðið
Na de vulkaanuitbarsting in Fimmvörðuháls die ik van zo dichtbij te zien kreeg, verlegde de activiteit zich naar een nieuwe plek, midden onder de gigantische gletsjer Eyjafjallajökull. Veel explosiever dan de eerdere uitbarsting begon deze al het gletsjerijs langzaam weg te vreten, waardoor gigantische smeltwaterstromen de ringweg al vanaf dag één hadden onderbroken.
In Reykjavík zelf ondertussen viel er niks speciaals op te merken, tenzij je de spectaculaire foto's in nieuwsberichten meetelt. Geen aswolk te zien, de wind blies het allemaal netjes naar Europa. Enkele huisgenoten moesten wel een gepland bezoek van familie aflassen, maar veel verder dan dat gingen de gevolgen niet.
Of het zo blijft weet niemand. De wind is gedraaid, en de aswolk zou hier op woensdagnacht moeten zijn. Hoe erg dat zal zijn is onvoorspelbaar. Misschien merken we er maar weinig van, misschien moeten we allen gasmaskers dragen en misschien zal de douche weer vol asbrokken liggen elke avond. Wie zal het zeggen? In elk geval is Reykjavík goed voorbereid en zal het overlevingspercentage zeer hoog liggen.
Voor de mensen op het platteland is het geen lachertje. Mensen in de directe omgeving, landbouwers in het bijzonder, zien al hun winst verdwijnen. De gewassen zullen allesbehalve spectaculair zijn deze zomer, de dieren mogen niet meer gegeten worden en de materiële schade is enorm. De toeristische sector in de buurt is afgesneden van de wereld en hoe langer de isolatie blijft duren, hoe meer mensen helemaal aan de grond zitten. Het leven wordt met de dag harder voor deze mensen, zeker nu er al levengrote problemen waren door de crisis. Misschien iets om even bij stil te staan midden in alle heisa rond onze luchthavens. Zeer problematisch, absoluut, maar wie het luidst roept is niet altijd het zwaarst getroffen.
In Reykjavík zelf ondertussen viel er niks speciaals op te merken, tenzij je de spectaculaire foto's in nieuwsberichten meetelt. Geen aswolk te zien, de wind blies het allemaal netjes naar Europa. Enkele huisgenoten moesten wel een gepland bezoek van familie aflassen, maar veel verder dan dat gingen de gevolgen niet.
Of het zo blijft weet niemand. De wind is gedraaid, en de aswolk zou hier op woensdagnacht moeten zijn. Hoe erg dat zal zijn is onvoorspelbaar. Misschien merken we er maar weinig van, misschien moeten we allen gasmaskers dragen en misschien zal de douche weer vol asbrokken liggen elke avond. Wie zal het zeggen? In elk geval is Reykjavík goed voorbereid en zal het overlevingspercentage zeer hoog liggen.
Voor de mensen op het platteland is het geen lachertje. Mensen in de directe omgeving, landbouwers in het bijzonder, zien al hun winst verdwijnen. De gewassen zullen allesbehalve spectaculair zijn deze zomer, de dieren mogen niet meer gegeten worden en de materiële schade is enorm. De toeristische sector in de buurt is afgesneden van de wereld en hoe langer de isolatie blijft duren, hoe meer mensen helemaal aan de grond zitten. Het leven wordt met de dag harder voor deze mensen, zeker nu er al levengrote problemen waren door de crisis. Misschien iets om even bij stil te staan midden in alle heisa rond onze luchthavens. Zeer problematisch, absoluut, maar wie het luidst roept is niet altijd het zwaarst getroffen.
maandag 29 maart 2010
Groenland
Erg vaak krijg je niet de kans om naar het einde van de wereld te trekken. Midden maart had ik die kans wel, en met 10 andere studenten heb ik een week het leven in een klein dorpje aan de oostkust kunnen ervaren. Deze week was voor mij ongetwijfeld de meest bijzondere ervaring tot nu toe. Een blogbericht zag ik eerst niet zitten, maar sommige mensen hebben me overtuigd om toch kort verslag uit te brengen. Hopelijk kan ik een beetje de indruk overbrengen van de reis, want het was niet bepaald een trip die je onverschillig laat.
Kulusuk heeft 300 inwoners, en ligt iets noordelijker dan Reykjavík. Twee IJslandse antropologen, Jóhann en Guðrun, trokken aan het einde van de vorige eeuw naar Kulusuk om de samenleving te bestuderen. Zonder het ooit gewild te hebben bleven ze er meer dan 10 jaar plakken. Hun zoon werd er geboren, maar omdat ze hem in IJsland wilden laten opgroeien, trokken ze terug richting Reykjavík wanneer hij 9 werd. We bleven met onze groep in hun huis, middenin de kleine gemeenschap die we zo van vrij dicht hebben kunnen meemaken.

De vraag die ik steeds krijg is wat we daar nu eigenlijk deden in Groenland. Het is inderdaad zo dat dat nu net een beetje het punt is: Er is niet zo veel te doen in Groenland. Uiteraard hebben we ons niet verveeld, de trektochten op het eiland zijn er van de mooiste en meest indrukwekkende die ik al gedaan heb, we hadden in het dorp ook heel veel activiteiten die de inwoners zelf ook doen, zoals de onvergetelijke vrijdagavondfuif. Een lijstje van activiteiten zou hopeloos tekort aan de ervaring.
Het belangrijkste voor mij was de ervaring om een week in totale isolatie te leven, op het ritme en met de activiteiten van de inwoners van Kulusuk. Het heeft op mij een heel diepe indruk gemaakt, en er is voor mij heel veel veranderd, ook na mijn terugkeer in Reykjavík. Na een week durende permanente meditatie is de aanpassing aan het stadsleven moeilijk. Het duurde enkele dagen om opnieuw in het ritme te komen, maar het is helemaal niet zoals voordien.
Kulusuk is een heel vreemde plek. Mensen zijn niet gemaakt om op Groenland te overleven. Het leven is er erg hard en er gebeuren veel slechte dingen in het dorp. Guðrun heeft ons een avond verhalen verteld over verschillende mensen met wie we de avond voordien nog op de dansvloer stonden, en mijn nekharen kropen er van overeind. In een blogbericht is een verkeerde indruk snel gemaakt, dus ik wil niet al te duister klinken. Middenin dit alles is enorm veel schoonheid, de natuur in al haar kaalheid en guurheid, die ongelofelijk mooi kan zijn. De kinderen die zo vertederend met ons speelden. Vooral Signe en ikzelf waren vrij populair bij de kinderen, en door hen zijn we nog wat extra in contact gekomen met de bevolking, want natuurlijk wilden ze aan iedereen hun nieuwe speelkameraadjes laten zien, en zo hebben we ook hun school tijdens de knutselklas kunnen meemaken. Naast de vele tekeningen en armbandjes zijn dit voor ons ook heel mooie herinneringen, met toch een wrang nasmaakje van de verhalen van het dorp. De falende communicatie in Kalaallisut of Deens is geen probleem als je met kinderen omgaat.

Naast twee speelnamiddagen viel er natuurlijk nog veel meer te beleven. Een rit naar de naburige gletsjer met hondenslee bijvoorbeeld. Heel speciale ervaring, middenin een uitgestrekte ijsvlakte, het guurste weer dat ik ooit meemaakte. Ook de dagtochten op het eiland waren onvergetelijk. Uiteraard altijd bewapend met pepperspray voor ijsberen en vuurpijlen, want regelmatig sterven mensen in Groenland. Amper twee maanden geleden verdween een Russische toerist en werd nooit teruggevonden. Mogelijkheden genoeg om aan je einde te komen. Zo klonk ook onze eerste kennismaking met Jóhann op de luchthaven in Reykjavík. Hij sloeg alle praatjes over en begon met een waslijst van dingen waar we voor moesten oppassen, om dan te besluiten met een erg charmante "Always be very careful, I don't want to write your mothers...". Slik.
De verhalen zijn legio en ik geef het voorlopig op. Werk genoeg deze week.
Abonneren op:
Posts (Atom)