Erg vaak krijg je niet de kans om naar het einde van de wereld te trekken. Midden maart had ik die kans wel, en met 10 andere studenten heb ik een week het leven in een klein dorpje aan de oostkust kunnen ervaren. Deze week was voor mij ongetwijfeld de meest bijzondere ervaring tot nu toe. Een blogbericht zag ik eerst niet zitten, maar sommige mensen hebben me overtuigd om toch kort verslag uit te brengen. Hopelijk kan ik een beetje de indruk overbrengen van de reis, want het was niet bepaald een trip die je onverschillig laat.
Kulusuk heeft 300 inwoners, en ligt iets noordelijker dan Reykjavík. Twee IJslandse antropologen, Jóhann en Guðrun, trokken aan het einde van de vorige eeuw naar Kulusuk om de samenleving te bestuderen. Zonder het ooit gewild te hebben bleven ze er meer dan 10 jaar plakken. Hun zoon werd er geboren, maar omdat ze hem in IJsland wilden laten opgroeien, trokken ze terug richting Reykjavík wanneer hij 9 werd. We bleven met onze groep in hun huis, middenin de kleine gemeenschap die we zo van vrij dicht hebben kunnen meemaken.

De vraag die ik steeds krijg is wat we daar nu eigenlijk deden in Groenland. Het is inderdaad zo dat dat nu net een beetje het punt is: Er is niet zo veel te doen in Groenland. Uiteraard hebben we ons niet verveeld, de trektochten op het eiland zijn er van de mooiste en meest indrukwekkende die ik al gedaan heb, we hadden in het dorp ook heel veel activiteiten die de inwoners zelf ook doen, zoals de onvergetelijke vrijdagavondfuif. Een lijstje van activiteiten zou hopeloos tekort aan de ervaring.
Het belangrijkste voor mij was de ervaring om een week in totale isolatie te leven, op het ritme en met de activiteiten van de inwoners van Kulusuk. Het heeft op mij een heel diepe indruk gemaakt, en er is voor mij heel veel veranderd, ook na mijn terugkeer in Reykjavík. Na een week durende permanente meditatie is de aanpassing aan het stadsleven moeilijk. Het duurde enkele dagen om opnieuw in het ritme te komen, maar het is helemaal niet zoals voordien.
Kulusuk is een heel vreemde plek. Mensen zijn niet gemaakt om op Groenland te overleven. Het leven is er erg hard en er gebeuren veel slechte dingen in het dorp. Guðrun heeft ons een avond verhalen verteld over verschillende mensen met wie we de avond voordien nog op de dansvloer stonden, en mijn nekharen kropen er van overeind. In een blogbericht is een verkeerde indruk snel gemaakt, dus ik wil niet al te duister klinken. Middenin dit alles is enorm veel schoonheid, de natuur in al haar kaalheid en guurheid, die ongelofelijk mooi kan zijn. De kinderen die zo vertederend met ons speelden. Vooral Signe en ikzelf waren vrij populair bij de kinderen, en door hen zijn we nog wat extra in contact gekomen met de bevolking, want natuurlijk wilden ze aan iedereen hun nieuwe speelkameraadjes laten zien, en zo hebben we ook hun school tijdens de knutselklas kunnen meemaken. Naast de vele tekeningen en armbandjes zijn dit voor ons ook heel mooie herinneringen, met toch een wrang nasmaakje van de verhalen van het dorp. De falende communicatie in Kalaallisut of Deens is geen probleem als je met kinderen omgaat.

Naast twee speelnamiddagen viel er natuurlijk nog veel meer te beleven. Een rit naar de naburige gletsjer met hondenslee bijvoorbeeld. Heel speciale ervaring, middenin een uitgestrekte ijsvlakte, het guurste weer dat ik ooit meemaakte. Ook de dagtochten op het eiland waren onvergetelijk. Uiteraard altijd bewapend met pepperspray voor ijsberen en vuurpijlen, want regelmatig sterven mensen in Groenland. Amper twee maanden geleden verdween een Russische toerist en werd nooit teruggevonden. Mogelijkheden genoeg om aan je einde te komen. Zo klonk ook onze eerste kennismaking met Jóhann op de luchthaven in Reykjavík. Hij sloeg alle praatjes over en begon met een waslijst van dingen waar we voor moesten oppassen, om dan te besluiten met een erg charmante "Always be very careful, I don't want to write your mothers...". Slik.
De verhalen zijn legio en ik geef het voorlopig op. Werk genoeg deze week.