zaterdag 5 juni 2010

Duister Reykjavík

Als ik ooit al geloofd zou hebben dat symboliek voorbehouden was voor sprookjes zou dat nu definitief weerlegd zijn. De voorbije dagen zijn in meerdere opzichten een overgang, met als climax het vertrek van Iiris een uur geleden. Mijn persoonlijke sluitsteen van de winter en mijn Erasmuservaring, overgegaan in een nieuw leven dat nu begint, en dat ik zal delen met mijn werk, met Jenna, met het handjevol dichte vrienden die blijven in de stad die me vertedert. Een overgang doorspekt van ongelofelijke toevalligheden en symboliek, die geen schrijver kan neerpennen zonder overdreven over te komen. Ik zal niet proberen.


Gisteren bracht Reykjavík een mooie vooravond die het afscheid waardig was en theatraal mijn persoonlijke laatste winterdag zwart kleurde. Dat valt best letterlijk te interpreteren, want de inmiddels zo internationaal befaamde aswolk, of toch een deel ervan, daalde gisteren over de stad neer. Mijn uren in Babalú werden vrij stoffig, met tien maal zoveel stof in de lucht dan de gezondheidsdrempel als kritiek bestempelt. Een vreemd en duister decor in de stad, met een drukkende warmte die het vulkaansfeertje nog wat accentueerde. We hebben het overleefd, met knarsende tanden en prikkende ogen weliswaar. Vandaag valt het niet meer direct te merken, hoewel de concentratie as in de lucht nog vrij hoog is.

Door de vele werkuren komt het er niet altijd van om nog eens een verhaaltje te vertellen hier, en gezien ik stevig familiebezoek krijg morgen toch nog even een berichtje nu, het volgende kan nog even op zich laten wachten.