
Gisteren bracht Reykjavík een mooie vooravond die het afscheid waardig was en theatraal mijn persoonlijke laatste winterdag zwart kleurde. Dat valt best letterlijk te interpreteren, want de inmiddels zo internationaal befaamde aswolk, of toch een deel ervan, daalde gisteren over de stad neer. Mijn uren in Babalú werden vrij stoffig, met tien maal zoveel stof in de lucht dan de gezondheidsdrempel als kritiek bestempelt. Een vreemd en duister decor in de stad, met een drukkende warmte die het vulkaansfeertje nog wat accentueerde. We hebben het overleefd, met knarsende tanden en prikkende ogen weliswaar. Vandaag valt het niet meer direct te merken, hoewel de concentratie as in de lucht nog vrij hoog is.
Door de vele werkuren komt het er niet altijd van om nog eens een verhaaltje te vertellen hier, en gezien ik stevig familiebezoek krijg morgen toch nog even een berichtje nu, het volgende kan nog even op zich laten wachten.