vrijdag 23 april 2010

Gleðilegt sumar!

Het jaar vordert zo stilaan, en ondertussen zijn de nachten hier al behoorlijk kort. Hoog tijd dus om de zomer te laten beginnen, en zo was gisteren zowaar een officiële feestdag die men, misschien wat voorbarig, de eerste zomerdag noemt. Veel te doen in de stad, en in het aangenaam heldere weer genoten we van een zonnetje, weliswaar gepaard gaande met temperaturen rond het vriespunt.



Maar een man is pas een man als hij zelfs dan nog zijn barbeque laat doorgaan. Dit in het achterhoofd houdend omarmden de 10 huisgenoten van Njarðargata 37 het zonnetje met een onvergetelijk staal vlees, klaargemaakt op een barbeque die ik de dag ervoor nog, hakkelend in mijn beste IJslands, van onze bebaarde buurman uit kon lenen. De zomer is nu onherroepelijk van start gegaan.

Hoog tijd eens om wat meer winterbelevenissen op mijn blog te zetten waar ik tot nog toe te lui voor was. Het zal steeds een tipje van de IJsberg blijven, maar hoe meer dingen ik post, hoe minder ik er zelf zal vergeten.

Nu de zomervakantie met rasse schreden nadert probeer ik me te concentreren op mijn cursussen, die verbazingwekkend zwaar uitvallen. De examens zijn hier volop bezig. Toch probeer ik hier en daar mijn zomer al wat vast te leggen, want nu ik een mondje IJslands begin te spreken en meer mensen leer kennen zou ik liefst nog wat langer blijven. Met een goeie zomerjob, wat geluk en minder Erasmusstudenten om me heen zou dat wel nog eens een heel andere ervaring kunnen worden. Beter of slechter, dat valt af te wachten.

dinsdag 20 april 2010

Het liep wat uit de hand...

Nu IJsland zo veel wind vangt in de Vlaamse pers kan ik er toch ook niet in achterblijven, dus even kort bericht uit Reykjavík. Na de vele sympatieke bezorgde berichtjes van deze week zo geruststellend te beantwoorden, is het nu maar te hopen dat de situatie inderdaad zo geruststellend is...

Foto: Morgunblaðið

Na de vulkaanuitbarsting in Fimmvörðuháls die ik van zo dichtbij te zien kreeg, verlegde de activiteit zich naar een nieuwe plek, midden onder de gigantische gletsjer Eyjafjallajökull. Veel explosiever dan de eerdere uitbarsting begon deze al het gletsjerijs langzaam weg te vreten, waardoor gigantische smeltwaterstromen de ringweg al vanaf dag één hadden onderbroken.

In Reykjavík zelf ondertussen viel er niks speciaals op te merken, tenzij je de spectaculaire foto's in nieuwsberichten meetelt. Geen aswolk te zien, de wind blies het allemaal netjes naar Europa. Enkele huisgenoten moesten wel een gepland bezoek van familie aflassen, maar veel verder dan dat gingen de gevolgen niet.

Of het zo blijft weet niemand. De wind is gedraaid, en de aswolk zou hier op woensdagnacht moeten zijn. Hoe erg dat zal zijn is onvoorspelbaar. Misschien merken we er maar weinig van, misschien moeten we allen gasmaskers dragen en misschien zal de douche weer vol asbrokken liggen elke avond. Wie zal het zeggen? In elk geval is Reykjavík goed voorbereid en zal het overlevingspercentage zeer hoog liggen.

Voor de mensen op het platteland is het geen lachertje. Mensen in de directe omgeving, landbouwers in het bijzonder, zien al hun winst verdwijnen. De gewassen zullen allesbehalve spectaculair zijn deze zomer, de dieren mogen niet meer gegeten worden en de materiële schade is enorm. De toeristische sector in de buurt is afgesneden van de wereld en hoe langer de isolatie blijft duren, hoe meer mensen helemaal aan de grond zitten. Het leven wordt met de dag harder voor deze mensen, zeker nu er al levengrote problemen waren door de crisis. Misschien iets om even bij stil te staan midden in alle heisa rond onze luchthavens. Zeer problematisch, absoluut, maar wie het luidst roept is niet altijd het zwaarst getroffen.